We vertrokken op 30 maart voor een vakantie van twee maanden. Eerst een aantal plaatsen in Frankrijk bezoeken, daarna Spanje en Portugal.
We hadden de reis voorbereid voor een bezoek aan art-nouveau (maar ook art-deco en moderne) architectuur en voor verblijf bij het strand maar ook in het binnenland. Dat laatste vooral om vogels te bekijken.
De bus had uiteraard een grote beurt gekregen en ik verwachte geen problemen. Zeker ook niet, omdat de laatste reis naar Griekenland prima was verlopen.
In Frankrijk hebben we Nancy, Dijon en Vichy bekeken. Het weer was weliswaar niet denderend, maar ach, met zoveel weken voor de boeg is dat toch minder belangrijk. Vichy (met zijn bronnen en thermische baden) viel positief op door de aanwezigheid van galerijen in de tuin tussen het Casino en de Thermes. Die stammen uit de periode rond de vorige eeuwwisseling.
Nu kan ik daar een foto van laten zien, maar wat ons nog meer trof was de art-deco-kerk Notre Dames des Malades uit 1931. Die stond niet op ons lijstje maar was toch een juweeltje, zowel van buiten als van binnen.
Dan op weg naar Spanje, waar we hoopten op beter weer. Over de A75 met zijn lange hellingen en zónder aparte rijstrook voor de langzamen onder ons. Onderweg overnacht in de Tarn, vlakbij viaduct Millau en met een kasteel in de buurt. ’t Was een beetje herfstig, maar de volgende dag inderdaad een stuk beter.
Zo goed wel, om aan het strand te gaan staan, niet ver van Roses. Nu denk je dat dat daar helemaal niet kan. Toch wisten wij een geschikte plek te vinden:
De volgende dag was het weer een stuk minder en gingen we naar Gerona voor een bezoek aan de werkelijk fenomenale meelfabriek, een hoogtepunt wat ons betreft. Hier een detail:
Jammer van de ligging van lelijke hoge gebouwen eromheen.
Via Terrassa ging het vervolgens naar Montserrat nabij Barcelona. Een klooster in een magnifiek gebergte met mooie pieken die gedurende de dag veranderden van kleur en schaduw. Wij kampeerden achter de berg en bleven zelfs twee nachten omdat het weer zo mooi was geworden:
Ik kwam na een wandelingetje met de hond terug bij de bus toen mijn oog viel op de grond onder de achterkant van de bus. Het pad waarop wij stonden geparkeerd was van lichte steenslag en daar zag ik toch duidelijk een aantal zwarte vlekjes! Normaal laten wij uitsluitend onze bandensporen achter op een overnachtingsplek, maar dat ging hier niet lukken. Eerst eens even de bus uitgeladen en het motordeksel verwijderd. Dat leverde weinig op. Alles was daar droog. Aan de onderzijde zag ik een druppel hangen. En bij nader bestuderen zaten er zelfs vlekken op de achterklep. Dan moest dan toch een behoorlijk lekkage zijn! Ik controleerde het oliepeil en dat was inderdaad lager dan ik had verwacht. Omdat wij verder wilden heb ik het op dat moment gelaten voor wat het is. En flink zitten piekeren wat hier nou toch weer aan de hand kon zijn.
We reden langs diverse mooie gebouwen van wijncoöperaties, gemaakt door meneer Martinell. Bij de eerste keek ik nog eens onder de auto. Er zaten nog wel druppels aan de motorkap.
Op de volgende overnachtingsstop was het weer te slecht om er verder naar te kijken. Het oliepeil gaf mij wel aanleiding om er een halve liter bij te gooien. De daarop volgende stop (Benicarlo aan de kust) waren het weer en de omstandigheden zodanig dat ik de zaak aan de onderzijde opengemaakt heb. Daar zat behoorlijk wat olie. Na starten van de motor bleek al gauw waar het vandaan kwam: de pakking van de flens van de krukaskeerring poeliezijde. Gelukkig op een goed bereikbare plaats en ook zeer plaatselijk.
Nou leek mij een èchte reparatie niet zo eenvoudig. Uitlaat, poelie en distributie moeten er af. Iets waar ik zelf niet gauw aan zou beginnen. En om dit nou aan de eerste de beste Spaanse monteur over te laten leek mij ook niet raadzaam. Dus ik dacht,: als het mij lukt de lekkage (eventueel tijdelijk) te stoppen, dan kom ik er misschien mee thuis. Ik had alleen wat siliconenkit bij me (ja, de anti-schimmel versie!) en glassex die ik ooit in Griekenland kocht voor de ruiten. Baat het niet, het schaadt ook niet, dus ik begon de zaak schoon te maken en deed er daarna wat kit op de plek van de lekkage.
De kit moet bij voorkeur 24 uur drogen, dus de volgende dag de motor gestart en gekeken of er iets uitkwam: Niets! Dat overtrof mijn stoutste verwachtingen. Ik had nooit gedacht dat siliconenkit die olie zou kunnen tegenhouden. Afwachten hoelang dat zo zou blijven.
Nu het motordeksel er toch af was zag ik dat mijn uitlaat ook een gaatje had. Het flexibele deel in de pijp was deels los. Het bleef gelukkig nog goed zitten en heeft het tot thuis uitgehouden.
Wij zouden in Valencia art-nouveau gaan bekijken maar ook de moderne gebouwen van architect Santiago Calatrava. Het weer was nog steeds goed, dus wij vonden eerst een overnachtingsplek zo’n 10 km zuid van Valencia en gingen de volgende ochtend naar die Calatrava gebouwen kijken. Nou, je weet niet wat je ziet:
Di is maar een van de vijf futuristisch vormgegeven gebouwen. Het is echt de moeite waard om die te gaan bekijken. Eén van de gebouwen is trouwens een aquarium, altijd leuk.
De volgende dag gingen we op de fiets terug voor de art-nouveau. Dat viel een beetje tegen; alleen Estacion del Norte was aardig.
Omdat het mooi weer was besloten we een plek aan de kust te zoeken met een mooi strand. We vonden dat in El Brosquil. Hier bleven we niet minder dan 4 nachten.
Het was tijd om naar het binnenland te gaan. Via Albacete, waar we LPG tankten, richting Toledo. Onderweg kwamen we langs Consuegra, bekend van de Don Quichot-molens:
Het weer was duidelijk minder en de volgende dag in Toledo gewoon regen.
Hierna was Extremadura aan de beurt. Eerst naar het Monfrague-park om de vale gier te zien. Dan het kasteeltje beklommen met een mooi uitzicht over het park. Hier was ook de alpenkraai te vinden.
Via een meer en de alleraardigste plaats Evora in Portugal (Werelderfgoed Unesco) ging het naar het mooie strand waar we vorig jaar ook kampeerden: Alberto Nova. Het was een feestdag in Portugal en daarom nogal druk. De volgende dag waren we zowat alleen.
Dagelijks controleerde ik natuurlijk of de olielekkage misschien was teruggekomen. Het was hier dat ik voor de tweede keer de noodreparatie moest uitvoeren.
Na een dag of vier zouden we Lissabon gaan bezoeken. Je gelooft het niet, maar met zicht op die stad en andere omringende plaatsen konden we daar aan een strand aan de Taag kamperen. Er zaten alleen veel muggen en het was uitsluitend bereikbaar via een 4km lang bijna onbegaanbaar pad vol kuilen en gaten. Door de week stonden we vrijwel alleen.
De art-nouveau/deco in Lissabon is ruim aanwezig met als hoogtepunt het Eden Teatro, nu een hotel.
In Lissabon was het heet, zo’n 33 graden. Maar dat veranderde snel. Bij een bezoek aan het paleis van Bussacco regende het weer eens. Net als bij de Romeinse opgraving Conimbriga en in de stad Aveiro.
In Furadouro aan de Portugese kust stonden we met de Pinksteren en we waren bepaald niet de enigen! De Portugezen zijn echte camperaars en ze stonden massaal op een parkeerterrein. Wij stonden verderop apart. Na Pinksteren gingen de meesten weer huiswaarts. Wij niet want het weer was heel goed.
Niet ver van hier moest ik voor de derde en laatste keer de noodreparatie voor de olielekkage toepassen. Die heeft het verder tot thuis toe gehouden. Maar wel elke dag controle van het oliepeil.
Hierna gingen we in Spanje verder met een wandeling door A Coruña en Ferrol. En zo verder naar Las Medulas. Dat ziet er zo uit:
Dit landschap is ontstaan door Romeinse goudzoekers en staat ook op de werelderfgoedlijst.
In Astorga beken we nog het bisschoppelijk paleis, gebouwd door niemand minder dan Gaudí himself:
Het is ongelooflijk hoeveel Santiago de Compostella-gangers je hier ziet lopen. Hele colonnes.
Hierna zijn we doorgereden naar Frankrijk en door naar huis. Het was nog wel warm maar de vooruitzichten waren slecht. Dat bleek ook wel, want tijdens de thuisreis hadden we heftige regens bij Parijs.
Al met al was het een vakantie die zich kenmerkte door minder goed weer en natuurlijk de zorg om de auto. Niets is beroerder dan met een kapotte motor te komen staan ergens ver weg. Maar we hebben het gehaald en daar zijn we blij mee!